"Alles wordt, niets is."

Kopje koffie op het Rheineplein.

Terwijl ik geniet van een cappuccino op het terras van de geweldige nieuwe zaak van “van Otten” laat ik mijn gedachten gaan over waarom ik eigenlijk nog steeds in Borne woon. Jaren geleden zag ik mijn beste vrienden vertrekken naar steden als Groningen, Utrecht en Amsterdam. En hoewel de grote stad me altijd heeft getrokken woon ik mijn hele leven al in Borne. 

Vaak was ik te gast bij mijn vrienden in de grote stad. Ik vierde koningsnacht in Groningen en had ontelbare borrels in Utrecht. In Amsterdam voer ik met een bootje door de grachten en aanschouwde ik de prachtige grachtenpanden. Grachtenpanden in Amsterdam die Borne niet heeft. Een uitgaansleven in Utrecht en Groningen waar Borne natuurlijk op geen mogelijkheid aan kan tippen. En toch voel ik mij in Borne het meest thuis. Je zou kunnen zeggen dat de tijd stil heeft gestaan in Borne. Maar daar ben ik het niet helemaal mee eens. Natuurlijk gaat in Utrecht alles sneller en is alles nieuw en modern. Natuurlijk is Amsterdam inclusief en wordt elk kleine groepje vertegenwoordigd in de media. In Borne doen we wat langer over wat ze in het "westen" modern en inclusief noemen. Maar juist dat is voor mij de charme die Borne heeft.

Een Griekse filosoof schreef ooit: “Alles wordt, niets is.” En deze uitspraak past wat mij betreft precies bij hoe Borne is. In Borne hebben we, krijgen we en nemen we de tijd om rustig te groeien naar de toekomst. Geen duizenden schreeuwende mensen die voor of tegen het een of het ander zijn. Geen radicale keuzes over zwart of wit. Geen uitgesproken mening over hoe een mens wel of niet moet zijn. In Borne kiezen we nog voor de middenweg die past bij een ieder. In Borne wordt nog gekeken naar de gemeenschap in plaats van naar de individu. En precies dat is waarom ik me hier zo thuis voel. 

In een wereld die steeds meer op het individu is gericht blijken we elkaar toch steeds meer nodig te hebben. Tijdens de pandemie werd dit ineens pijnlijk duidelijk. In Borne staan we samen sterk! Niet voor niets was de 40000 euro voor een behandeling tegen kanker, voor de zieke Bornse Richard Bekhuis, binnen een week binnen. In Borne kijken we naar elkaar om. Niet omdat we allemaal hetzelfde zijn, en ook niet omdat we elkaar zo graag mogen. Maar wel omdat we in Borne noabers voor elkaar zijn. Omdat een echte Bornse de kracht van de gemeenschap kent. Ik ben niet Borne, maar: wij zijn Borne! Misschien kunnen ze daar achter de IJssel zelfs nog wel wat van leren… 

Inmiddels heb ik mijn cappuccino ingeruild voor een glaasje witte wijn. Een proost op Borne, waar niets is, en alles wordt!