Kunstenares in Afrika
Mevr. Wijnand voor haar zelfportret
Schilderij door mevr. Wijnand
"|Ik ben erg gelukkig geweest en heb een heel fijn en liefdevol leven gehad."
Kunstenares in Afrika 60's 70's
Jeugd
Ik ben geboren in Amsterdam. Ik kom uit een gezin met 6 kinderen. 4 meiden en 2 jongens.
Mijn vader was arts in Amsterdam. Tijdens de oorlog woonden wij in Amsterdam Zuid en hier zaten veel Joodse artsen. Omdat deze allemaal werden weggevoerd door de Duitsers had hij het waanzinnig druk.
Niet alleen met de patiënten van deze dokters maar ook met het plaatsen van Joden naar veilige plekken. Mijn vader hielp het verzet door samen met een andere vertrouwde chirurg Joden, zogenaamd, te opereren. Ze maakten dan een paar oppervlakkige snedes. Vanuit het ziekenhuis was het makkelijker om deze Joden te plaatsen op een veilige plek dan vanaf hun eigen adres.
Ik heb op 3 lagere scholen gezeten tijdens de oorlog. Mijn vader kreeg namelijk door van het verzet welke onderwijzers fout waren. Het risico was te groot dat wij als kind onze mond voorbij praatten. Daarom heb ik op 3 lagere scholen gezeten. Toen ik naar de eerste klas van het gymnasium ging ben ik keihard blijven zitten door al deze wisselingen.
Toen ik klaar was met het gymnasium was ik de enige die niet naar de universiteit ging.
Ik had gestudeerde ouders en dus gingen al mijn broers en ook mijn zussen naar de universiteit.
Ik was anders dan mijn broers en zussen, was artistiek en wilde iets gaan doen met kunst.
Ik ging dus naar de Kunstnijverheidsschool te Amsterdam. Uiteindelijke werd ik tekenaar en werkte ik voor reclamebureaus. Ik tekende onder andere de plaatjes bij advertenties.
Jeugd-liefde
Ik leerde mijn man kennen omdat hij op school zat bij mijn broertje. Zijn naam was Han en zijn ouders waren patiënten van mijn vader, die arts was. Ik vond hem in die tijd een reuze opschepper. Ik was 12 en hij zag me niet staan. Han was namelijk 6 jaar ouder dan ik. Hij was een hele goede hockeyer en speelde bij een Amsterdamse club.
Han studeerde af en kreeg een baan bij de Shell in Indonesië.
Na een lange tijd kwam hij eens met verlof naar Nederland. Ik was onderhand al wat ouder en ik weet nog dat hij toen ineens bij mij aan de deur stond. Ik was in die tijd artistiek gekleed en zag er anders uit dan mijn broers en zussen, die vaak erg netjes gekleed gingen.
Ik deed de deur open en hij zei toen: “God, wat ben jij veranderd zeg! Je bent nu tenminste behoorlijk gekleed!”
Getrouwd
In de daarop volgende zomervakantie hadden mijn ouders in de vakantie een huis gehuurd in Oostenrijk. Ook Han was daar uitgenodigd door mijn ouders. Ik reisde met het treintje vanuit Amsterdam naar Oostenrijk en werd daar op het station opgehaald door hem. Hij zei tegen me: “Iedereen weet dat jij mij niet zo graag mag, maar kun je misschien wat aardiger tegen me doen? Je moeder wil me namelijk aan Marion (m’n zusje) koppelen, maar daar heb ik geen zin in! Dus als wij nou heel aardig tegen elkaar doen dan houdt dat misschien op!”
We zijn toen 14 dagen heel vriendelijk tegen elkaar geweest en toen moest ik weer naar huis.
Han heeft toen tegen mijn vader gezegd: “Ik ben hier toch met de auto, ik kan haar zo meenemen naar Nederland!” Mijn vader vond dit niet zo nodig en deelde hem mede dat ik met de trein zou gaan.
Ik zat dus in mijn eentje in de trein terug naar Nederland. Toen ik in München kwam moest ik echter overstappen. Ik stapte dus uit de trein in München en tot mijn grote verassing zag ik daar mijn aanstaande man staan! Hij zei: “Kom, je bent oud genoeg je rijdt met mij mee naar Nederland!”
We zijn toen samen terug gereden naar Nederland. Een paar weken later waren we verloofd.
Mijn vader vond deze verloving wederom geen geweldig idee en zei dat we er maar eerst een half jaartje over moesten nadenken. In mei van het daarop volgende jaar zijn we getrouwd.
Begin van het avontuur
Mijn man werkte in die tijd voor Shell en was tewerkgesteld in de Soedan in Afrika. Hij regelde daar de productie en zag er op toe hoe de verkoop verliep.
Na het trouwen brak voor mij dus een hele avontuurlijke tijd aan. Ik had nog nooit gevlogen en moest toen ineens naar de Soedan.
Ik vloog eerst naar Athene, toen naar Cairo en toen naar Khartoum. Ik wist niet wat ik zag. Als pas getrouwd meisje uit Amsterdam zag ik daar ineens alle mannen in jurken lopen. Ik keek mijn ogen uit. De Soedan was toen nog een heel prettig land. In Khartoum, waar wij gingen wonen, was een Anglicaanse kerk, een Synagoge en een Moskee. Alle verschillende religieuzen liepen daar zo door elkaar heen zonder dat dit problemen opleverde.
Sudan in de jaren 60
In Sudan kregen wij een huis van Shell. Het was een groot wit huis dat aan de Nijl stond. Ook kregen we de inboedel en een aantal bediendes. Dat hoorde er destijds allemaal bij.
Onze huwelijkscadeaus die opgestuurd waren vanuit Nederland waren in de haven in Egypte van de kraan gevallen en waren allemaal gestolen. We hadden dus alleen de spullen die we van Shell kregen. Dit was ook wel prettig, want als je een feest gaf en je had te weinig borden dan kon je deze zo uit een ander Shell huis halen. Alles was namelijk precies hetzelfde.
Op de eerste dag zat ik in de ochtend aan tafel en kreeg ik mijn ontbijt geserveerd. Mijn man moest door de warmte al erg vroeg naar zijn werk. Ik zat dus helemaal in mijn eentje aan een tafel waar zeker wel 12 mensen aan konden zitten. Om de haverklap kwam een enorme Arabische man, de hoofdbediende Said, mij vragen of ik nog iets nodig had.
Ik kreeg er de zenuwen van en was er op een gegeven moment helemaal klaar mee.
Ik heb toen mijn man gebeld en gevraagd waarom deze bediende toch steeds als een duvel uit een doosje naar mij toe kwam om te vragen of ik nog iets nodig had.
Mijn man moest lachen en zei toen: “Kijk is onder het kleed bij je voet.” Dus ik keek onder het kleed en zag toen pas wat er aan de hand was. Onder het tapijt zat een bel. Deze bel was er voor als je bijvoorbeeld een diner gaf. Als dan de volgende gang op tafel moest komen dan kon je op deze bel drukken met je voet en zo wisten ze dat je iets nodig had.
Said dacht dus steeds, wat zit dat mens toch steeds te bellen.
Naast Said, de hoofdbediende, hadden we ook nog iemand die de was deed en een kok.
’s Nachts kwam er iemand die op het huis paste. Deze was niet bewapend want dat was niet nodig. Het was enorm veilig in Sudan. De Sudanezen waren hele plezierige mensen.
Leven in Sudan
Ik had geen vrienden toen ik daar kwam. Maar ik maakte gauw genoeg met iedereen kennis.
Het heerlijke aan mijn vak als tekenaar was dat ik altijd teken-lessen en schilder-lessen kon geven aan de meiden die daar met hun man waren. Deze hadden niks te doen en kwamen dan bij mij op les. Ik had altijd vrouwen van verschillende nationaliteiten bij mij op les. Duitse, Franse en een Egyptische. Deze Egyptische vrouw is nu nog een vriendin van me. Ze woont in Utrecht want is getrouwd met een Nederlandse man.
Van deze Egyptische vrouw heb ik veel Arabisch geleerd. Tegenwoordig heb ik een geweldige hulp in huis die uit Irak komt. We kunnen een beetje Arabisch met elkaar praten.
Het is een prachtige taal met een prachtige vorm van aanspreken.
Kinderen
Mijn kinderen zijn niet in Sudan geboren. Want je hebt hier enorme zandstormen. Het zand is niet tegen te houden en komt overal naar binnen in je huis en op andere plekken. Tijdens de bevalling was dit dus ook niet zo gezond.
Daarom ben ik dus voor mijn bevalling naar Nederland gegaan. De Shell was keihard en ik moest in mijn eentje naar Nederland terug. Mijn man heeft ons eerste kind dus pas na 2 maanden gezien.
Bij ons tweede kind was het nog problematischer. We hadden de bevalling gepland in ons verlof in Nederland maar mijn man kreeg te horen van de Shell dat hij binnen 3 dagen naar Ghana moest.
Ik ben toen door mijn vader naar de gynaecoloog gestuurd met de vraag of het kind al eerder gehaald kan worden. De gynaecoloog zei dat het al wel kon terwijl ik nog 14 dagen moest. Ik kan zo’n vervroegde bevalling niemand aanraden. Gelukkig kon mijn man deze keer wel aanwezig zijn bij de bevalling van onze dochter. Hij heeft haar toen 3 dagen mogen meemaken en moest toen dus naar Ghana. Toen ik hersteld was ben ik hem toen in mijn eentje met twee jonge kinderen achterna gevlogen.
Ghana
We hebben 3 jaar in Ghana gewoond. Ook hier hadden we een prachtig en groot huis.
In Ghana zijn mijn kinderen naar een Engelse school geweest. We spraken thuis wel Nederlands maar voor de rest was alles Engels. Het onderwijs, de kinderboeken en de meeste mensen waar we mee omgingen waren allemaal Engels. Onze kinderen zijn hierdoor tweetalig opgevoed. Alhoewel ze later wel wat meer moeite hadden met Nederlands schrijven dan andere Nederlandse kinderen.
Na Ghana zijn we naar Kenia verhuisd. Hier hebben we maar erg kort gewoon. Mijn dochter werd namelijk ernstig ziek van de malaria.
Op een gegeven moment was ze resistent van de medicijnen en raakte in een coma. De dokter daar zei dat we niet mochten vliegen en deze zei tegen me: “Of uw dochter nou in Kenia overlijd of in Nederland, dan kunt u beter bij uw man zijn!” Ik was er toen helemaal klaar mee en ben toen met mijn zoon en mijn doodzieke dochter met de boot naar Nederland gegaan. Mijn man bleef achter in Kenia. Godzijdank is mijn dochter in Nederland toen weer opgeknapt.
Leven na Shell
Mijn man is hierna weggegaan bij de Shell en we hebben toen een tijd in Leiden gewoond.
Via een vriend van hem is hij na 2 jaar terecht gekomen bij de Phillips en zijn we verhuisd naar Brabant. Vanuit Phillips ben ik toen met mijn man in verschillende landen in de wereld geweest. Hij heeft onder andere prinses Beatrix vergezeld tijdens de allereerste handelsmissie met China.
Onze kinderen groeiden op. Mijn zoon werd apotheker en mijn dochter werd een talentvolle en zeer begaafde kunstenares. Ze werkt met glas en keramiek en heeft verschillende galleries en ateliers gehad, onder andere in Amsterdam.
Saoudi Arabië
Na vele jaren Phillips was mijn man inmiddels 60 jaar en zou hij nog voor 3 jaar baas worden in Athene in Griekenland. Echter, de baas van het Phillips kantoor in Saoudi Arabië, was daar opgepakt met drank op en deze zat in de gevangenis.
Mijn man werd toen gevraagd orde op zaken te stellen in Saoudi Arabië. Mijn man was al op zoveel plekken in de wereld geweest en hij wilde dit dus wel doen.
Saoudi Arabië is het enige land geweest waar ik dingen heb gezien die vreselijk waren. Ik zag onder andere dat vieze oude kerels voor scholen stonden om hun vrouwen op te halen, kinderen van 10 jaar oud.
Als mannen in Saoedi van hun vrouwen af wilden dan stuurden ze deze naar een groot dorpsplein waar deze vrouwen dan gestenigd werden. Ik heb dit een keer moeten zien en ik vond dit afschuwelijk.
In Saoudi werd je als niet-moslim en als Europeaan heel erg ongelijk behandeld. Zo hingen er boven bepaalde mooie wegen bordjes waar op stond dat het verboden was voor niet-moslims om hier op te rijden. Ook in een winkel of een restaurant moest je als Europeaan en als niet-moslim eerst wachten tot alle mannen geholpen of bediend waren. Als vrouw mocht je niet bij de mannen zitten.
Bijbels waren streng verboden en bij de controle op het vliegveld werden al je spullen nagekeken.
De Europeanen woonden in Saoudi in een compound. We konden binnen de compound zwemmen en mochten zelf bepalen welke kleding we aan wilden.
Als we echter buiten de compound kwamen moesten we lange gewaden aan en moesten we erg uitkijken en ons aan de regels houden. Auto rijden mocht ook niet als vrouw dus werd je met een company-car opgehaald door een chauffeur.
Toen we net in Saoudi waren maakten we kennis met de ambassadeur in dat land. We werden uitgenodigd met ons personeel en werden met een grote auto opgehaald in de compound. Tot mijn grote schrik had een van de andere Nederlandse vrouwen in het gezelschap een gehaakt truitje aan waar je recht doorheen keek. Daar hebben we naderhand nog wel even over gepraat. Gelukkig begreep ze dit en heeft dit verder geen problemen opgeleverd.
Mijn man heeft zich in Saoedi-Arabië een slag in de rondte gewerkt. Op de enige vrije dag in de week gingen we vaak naar het strand. Omdat je in Saoedi-Arabië niet op het strand mocht liggen waren we daar vaak helemaal in ons eentje en hadden we het hele strand voor onszelf. Er lag daar een prachtig rif voor de kust en hier hebben we veel gedoken.
Het is genoeg
Na Saoudi Arabië kwam Phillips met het leuke idee dat mijn man een fabriek moest opzetten in het zuiden van China. Ik zou dan ergens op een flat in Hong-Kong gaan wonen.
Toen heb ik voor het eerst in mijn leven gezegd tegen mijn man dat ik hier geen zin meer in had.
Mijn kinderen waren uitgewaaid, ik had inmiddels ook kleinkinderen, en ik had door al dat reizen al zoveel gemist. Nu is het genoeg dacht ik. Mijn man ging hier direct mee akkoord en we zijn niet naar China gegaan.
Borne
14 jaar geleden ben ik naar Borne verhuisd. Na een half jaar samen hier in Borne moest mijn man een operatie aan zijn knie ondergaan. Hij is toen in een delirium gekomen en kreeg een aparte vorm van dementie.
Ik heb toen de aller ergste beslissing van mijn hele leven moeten nemen. Namelijk dat hij niet meer thuis kon wonen. Ik heb hem toen naar het Elisabeth verzorgingstehuis gebracht. Mijn man stelde zich keurig voor aan de zuster en stond op om weer naar huis te gaan. Hij had dus niet door dat hij daar moest blijven. Dit was heel erg moeilijk voor mij en dit was een afschuwelijke tijd. Uiteindelijk is hij kort hierop gestorven.
Ik woon nu dus al 14 jaar in oud-Borne. Ik woon er erg graag. Ik vind het groen, de natuur en de bomen hier prachtig. Voor een kunst en cultuur liefhebber als ik is er jammer genoeg minder te beleven in Twente.
Gelukkig is er nu wel een prachtige tentoonstelling van Matisse (red. kunstschilder en beeldhouwer) in Enschede. Deze kan ik iedereen aanraden.
Bornse mensen
Wat me op valt aan de Bornse mensen is dat ze me zonder dat ik er naar vraag vaak hulp aanbieden. Tijdens de corona crisis kreeg ik een kaartje in de bus van mensen die ik nauwelijks kende met de vraag of ze me ergens mee konden helpen. Enorm aardig! Dit vind ik typerend voor de Bornse mensen.
Ik loop nu met een rollator, als ik in het dorp ben houden mensen de deur voor me open. Bij de kassa helpen mensen me met de spullen. In Amsterdam hoef je dit echt niet te verwachten. Bornse mensen helpen je met van alles zonder dat ze hiervoor bedankt hoeven te worden.
Ik merk wel dat Twentse mensen de kat een beetje uit de boom kijken. Als je voor het eerste contact maken tasten ze het eerst een beetje af. Maar zodra je ze kent dan doen ze alles voor je!
Ook merk ik soms wel eens dat ik als “Amsterdammer” met 1-0 achter sta bij een kennismaking in een groep met enkel Twentse mensen. Ik trek me hier niks van aan want ik heb inmiddels veel geweldige mensen om me heen.
Slot
Door mijn man heb ik de hele wereld gezien. Zonder hem was ik in Amsterdam in mijn reclamebureau aan de prinsengracht gebleven en had ik niks van de wereld gezien.
Mijn ouders hebben vaak gedacht, wat gaat onze dochter nu weer allemaal doen. Ze kwamen uit een familie van burgermeesters en artsen en hier viel ik altijd wel een beetje buiten.
De jaren beginnen nu te tellen. Ze komen er alleen maar bij en gaan er niet vanaf. Ik ben tevreden nu! Ik ben erg gelukkig geweest en heb een heel fijn en liefdevol leven gehad samen met een enige man.
Hij is mijn echte en laatste liefde!